vrijdag 24 september 2010

Een foto moet ergens over gaan, zegt men..

Al jaren roept de Fotobond dat foto's ergens over moeten gaan. Esthetische fotografie is in de ban gedaan. In 2008 deed Ruud Visschedijk, directeur van het Fotomuseum er nog een schepje boven op: "vrijetijdsfotografen zijn nog steeds niet losgekomen van vormstudies. Van het maken van foto's die slechts mooi zijn, foto's die geen betekenis hebben".

Veel fotoclubs hebben zich naar die woorden van Ruud Visschedijk gericht. Hoe? Bij de fotoclub in Epe ging het er als volgt aan toe: bij de clubselectie voor de Bondsfotowedstrijd werden bij wijze van proef alleen foto's met mensen er op geselecteerd. Goed of minder goed maakte niet uit, als er mensen op stonden ging die foto mee naar deze wedstrijd.

En ja hoor, het resultaat was zoals verwacht. Plotseling eindigde AFV-Epe veel hoger op de ranglijst dan in voorgaande jaren toen ook b.v. abstracte foto's ingezonden werden! Kwaliteit van de foto's doet er blijkbaar niet meer toe, documentaire-, sociale- en reportagefotografie is hot en scoort per definitie hoog. Natuur-, reclame-, table top- en architectuurfotografie scoort niet. Een oubollige natuurfoto zoals hieronder kan bij de Fotobond dus echt niet. Wel vreemd overigens als je bedenkt dat de Fotobond een zeer grote en actieve landelijke natuurgroep heeft.


Wat schetst mijn verbazing? In het huidige nummer van Fotografie stelt een ander jurylid Frido Troost dat deze ommezwaai naar "foto's die ergens over gaan" een "sprong voorwaarts" is. Ik citeer: "........conservatieve opvatting over mooie fotografie in de amateurwereld die zich decennia lang vertaald heeft in rigide vormstudies, waarbij het alleen maar ging om het mooie verschijnen van de foto, het spel van licht en donker als oercliché. Bij dat soort mooie foto's horen ook kindjes, vertedering, bloemdetails en dat soort gemakzuchtige uiterlijke aspecten. Op zich is daar niets op tegen. Er blijven altijd fotografen die in die elementaire valkuil kukelen en van mening zijn dat fotografie altijd maar mooi moet zijn".

Bij onderstaande foto was mijn enig doel te spelen met kleur en met scherpte-onscherpte. Ik heb er geen diepere bedoelingen mee gehad dan de winkelier die deze kippen verkoopt, een blikvanger voor z'n etalage te bezorgen. En dat is prima gelukt. Winkelier blij, ik blij, Troost en Visschedijk waarschijnlijk niet blij. Zeker niet omdat ze vinden dat amateurfotografen zich aan professionele fotografen moeten spiegelen. Laat ik nou zo'n professionele fotograaf zijn ;-)


Wel grappig dus dat Frido Troost zegt in de loop der jaren duidelijk een toenemende kwaliteit bij vrijetijdsfotografen te zien die zich in het inhoudelijke van de fotografie verdiepen. Die zich spiegelen aan professionals. "Dan gaat hun fotografie met sprongen vooruit".

Dat ik het met beide heren van harte oneens ben zal duidelijk zijn. Ten eerste maken vrijetijdsfotografen vaak mooiere foto's dan professionele fotografen omdat ze alle ruimte hebben om te experimenteren. Bij fotografie in opdracht liggen de kaders vast, bij vrijetijdsfotografie niet.

Ten tweede: wat geeft deze heren het recht om iedereen die geniet van het maken van mooie foto's en van het kijken er naar, te diskwalificeren? De ene keer kijk ik graag naar foto's met inhoud, een andere keer vind ik vormstudies mooi. Al naar gelang mijn stemming en wat me op dat moment bezig houdt. Zie ook mijn blog over het horn- en halo-effect bij fotowedstrijden.

Ten derde: de verheerlijking van foto's met inhoud leidt tot een afnemende kwaliteit van fotografie. Zie de inzending van AFV-Epe.

Naar aanleiding van mijn bevindingen heb ik de Fotobond geadviseerd ook eens een natuur-, architectuur- of reclamefotograaf in de jury op te nemen. Daar is helaas niet op gereageerd.
Ik ken fotografen als eigenzinnige mensen. Wanneer staat deze (beroeps)groep eens op om een tegengeluid te laten horen? Ben beneiuwd naar jullie reacties!

zaterdag 18 september 2010

De eer komt toe aan onze hond Kaya, hij ontdekte de drie jonge egeltjes in onze tuin. En tja, al heb je dan nog zoveel op het programma staan, zo'n fotokans laat je natuurlijk niet lopen!

Egels kunnen buitengewoon goed ruiken. En zijn gek op kattenvoer. Die combinatie maakt dat je ze naar de juiste fotoplek kunt lokken met een beetje kattenvoer.


Jonge egels worden tussen mei en september geboren na een draagtijd van 35 dagen. Ze worden blind en doof geboren. Na ongeveer drie weken gaan de ogen en oren open. De egeltjes hebben dan al (nog zachte) stekels. Als de jongen na bijna 2 à 3 maanden zelfstandig zijn, verdrijft de moeder ze uit het nest. De jongen blijven dan vaak wel bij elkaar, ook tijdens de winterslaap. Het groepje van drie jonge egels wat wij nu in de tuin hebben, zal zo'n door de moeder verstoten groepje zijn. Waarschijnlijk zijn ze in juni-juli geboren.

Een egel eet slakken, rupsen, larven, kevers, jonge muizen, wormen, pissebedden, spinnen, kikkers, padden en soms zelfs bijen en wespen. 's Winters kan hij niet of nauwelijks voedsel vinden en gaat hij in winterslaap. Dat klinkt simpeler dan het is. Om de lange koude periode te kunnen overleven, moet de egel eerst flink eten. Al het extra voedsel dat hij in de herfst eet, wordt opgeslagen als vetreserve.


Vervolgens zoekt de egel een geschikte overwinteringsplek. Dat kan een composthoop zijn maar ook een hoop bladeren of een bos takken. Daar maakt hij zijn nest, waarna hij zich stijf oprolt en in winterslaap gaat. Bij ons hebben de egeltjes een mooi droog plekje gevonden onder de met een plastic zeil afgedekte aanhanger. Die kunnen we dus komende winter niet gebruiken! Wanneer je egels namelijk meerdere malen wakker maakt uit de winterslaap, overleven ze dat vaak niet. En dat willen we toch niet op ons geweten hebben!

Zo'n winterslaap is veel dieper dan een gewone slaap: de lichaamstemperatuur kan van 38º dalen naar 4º. De hartslag neemt af van 100 tot 150 keer per minuut naar 20 keer per minuut. De ademhaling gaat nog maar heel langzaam. Door het energieverbruik zo'n een laag pitje te zetten, kan de egel het zonder eten of drinken wel een half jaar uithouden.


Als er in oktober al nachtvorst is, zullen veel eerstejaarsegels moeite hebben om voldoende vetreserves op te bouwen voor de winterslaap. Vooral voor hen is het erg aan te bevelen om ze bij te voeren. Geef kattenvlees uit blik, kattenbrokken, meelwormen, gekookt ei en fruit. Geef water te drinken, NOOIT MELK (dit veroorzaakt diarrhee). Als het eten wat je de egels geeft ze bevalt, kunnen ze jaren in je tuin blijven bivakkeren. Dus krijgen ze vanaf nu dagelijks een beetje kattenvoer van ons ;-)

zondag 12 september 2010

Witbalansconversie, een leuk speeltje!

Iedere keer hoorde ik het weer: "Waarom richt je je toch alleen natuurfotografie? Zonde!" Als je dat keer op keer hoort, ga je er op gegeven moment zelf in geloven. En dus breidde ik mijn activiteiten uit van alleen natuurfotografie naar 'fotografie op locatie' in het algemeen. Daarbij merkte ik dat ik veel vaker dan bij natuurfotografie aanvullend licht nodig had. Dus ga ik tegenwoordig op pad met flitsers. Geen studioflitsers, maar reportageflitsers. Los van de camera en aangestuurd via een Yongnuo triggersetje.

In het begin was ik net zoals zovelen erg huiverig voor het gebruik van flitsers vanwege alle theoretische ballast over bijvoorbeeld richtgetallen die ik nog met me meedroeg. Dankzij een aantal workshops over strobist fotografie trek ik me hier nu helemaal niets meer van aan. Ik zet alles lekker op handmatig! Hoe ga ik dan vervolgens te werk?

Ik zet de camera om te beginnen op ISO 200. Zowel de camera als de flitsers zet ik op de M(anuele) stand en de flitsers om te beginnen op een flitssterkte van 1/64. De flitsers worden vervolgens met een ontvanger op een statiefje gezet, eventueel met een parapluutje ervoor. Op de flitsschoen van de camera komt een zendertje wat de ontvanger onder de flitser aanstuurt.

De persoon die op de foto gezet wil worden zet ik tegen een lichte achtergrond (gezicht in het donker zodat straks alleen het flitslicht van invloed is op de uitlichting van het protret). Hoeveel van het omgevingslicht ik mee wil laten spelen in de foto regel ik via de camera met de sluitertijd, hoeveel invloed het flitslicht heeft regel ik vervolgens met het diafragma of op de flitser zelf.

Stel nu dat ik fotografeer in een omgeving waar gloeilampen branden. Die geven geel licht (2650 graden Kelvin). Om in de foto een evenwichtige kleurbalans te krijgen zet ik een geelfilter op de flitser (die van nature veel blauwer licht (5500 graden Kelvin) geeft dan een gloeilamp), zodat de flitser dezelfde kleur licht geeft als de gloeilampen. Door de witbalansinstelling op mijn camera nu op 2650 graden Kelvin of op Gloeilamp te zetten, kan ik ervoor zorgen dat alles er qua kleur neutraal uit ziet. Eventueel kun je nog een grijskaart meefotograferen zodat straks in de RAW-converter alles echt neutraal van kleur te krijgen is.



Het werken met filters op de flitser en het varieren van de witbalans biedt veel creatieve mogelijkheden! Als je bijvoorbeeld bij daglicht fotografeert, op de flitser een geel filter plaatst en de witbalans afstelt op de kleur die nu uit de flitser komt (op 2650 graden Kelvin of goeilamp in dit geval dus), wordt het onderwerp neutraal van kleur. Maar het deel van de foto dat niet verlicht wordt door de flitser zal de tegenoverliggende kleur op de kleurencirkel krijgen, in dit geval blauw! Dit effect wordt colorshifting of in goed Nederlands witbalansconversie genoemd.


Nog gekker kun je het maken door op de flitser een roodfilter te plaatsen en de witbalans gewoon op gloeilamp te laten staan (of 2650 graden Kelvin), niet te corrigeren voor rood dus.

Het is natuurlijk allemaal een kwestie van smaak, maar je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. leuk om mee te experimenteren en het levert nog een nieuwe Avatar op ook ;-)


dinsdag 7 september 2010

Het was me al eerder opgevallen, direct na de vakantie begint het circus van beurzen, evenementen, seminars, congressen, workshops en cursussen weer. Dit jaar nam ik me voor daar eens iets mee te doen. En dat heb ik geweten! Als je wilt kun je echt dagelijks naar een evenement en kom je aan het maken van productieve fotografie-uren niet meer toe!

Dus moet je keuzes maken. Een van de evenementen waar ik naar toe ging (en actief aan deelnam) was een beurs die georganiseerd werd door de plaatselijke bedrijvenkring. Zeer geslaagd! Ik richtte er samen met collega fotograaf Martin Hogeboom een kleurrijke fotografiehoek in die veel aanloop kreeg en ook daadwerkelijk aanmeldingen voor de workshops opleverde.


Dat onze stand zoveel aandacht kreeg, kwam voornamelijk door de foto's die we opgehangen hadden. De vraag "Hoe heb je dat gemaakt?" werd keer op keer gesteld en geeft de interesse van mensen in beeld goed weer. Zelf hoef je dan weinig meer te doen dat antwoord te geven op vragen en je enthousiasme voor het fotograferen over te brengen.

Verder was ik aanwezig bij de uitreiking van de subsidiegelden uit het Cooperatiefonds van de Rabobank. Als organisatoren van het Fotofestival Epe kregen we tijdens deze bijeenkomst een cheque van 500 euro uitgereikt. En daar waren we natuurlijk hartstikke blij mee.


Het rare aan deze bijeenkomst was wel dat de Rabobank deze bijeenkomsten als stukje PR wil gebruiken, maar dat er maar drie kwartier uitgetrokken werd voor 30 uitreikingen van cheques plus bijbehorende praatjes. Lopende band werk dus en zeer onpersoonlijk. Dat is toch niet wat de Rabobank uit wil stralen? Na afloop moesten gelijk de groepsfoto's gemaakt worden. Weer een gemiste kans volgens mij: in plaats van als communicatieafdeling van de Rabobank na te denken over hoe deze groepsfoto's qua sfeer te laten passen bij de uitstraling die de Rabobank nastreeft, werden zeer standaard groepsfoto's gemaakt. Mijn handen jeuken dan wel op zo'n moment!


Dat brengt me op de laatste bijeenkomst waar ik bij aanwezig was. Een ondernemersbijeenkomst waar men iets vertelde over de invloed van beeld op communicatie. Mooi onderwerp, niet echt overtuigend gebracht. Wel leerzaam voor mij was dat er bijna geen ondernemer in de zaal zat die zich bewust was van de invloed foto's op een website of in een folder. Kunnen we daar als fotografen niet eens een gezamenlijke marketingcampagne op loslaten ;-)?

Een paar opmerkingen die ik in het publiek hoorde:
"Goh, dat je met één foto zoveel sfeer en emotie over kunt brengen!"
"Nooit aan gedacht om met een attribuut op de foto te gaan"
"Leuk idee zo'n moodboard. Eigenlijk nooit goed nagedacht over wat ik over wil brengen op de klant merk ik nu. Niet erg effectief bezig geweest met die website dus"
"Heb me nooit zo gerealiseerd dat ik veel meer geld uitgeef aan een tekstschijver dan aan een fotograaf, terwijl het effect van tekst dus veel kleiner is dan van een foto"

Wat een kansen voor ons als fotografen!