zaterdag 23 mei 2015

20 tips voor betere portretfoto's

Inmiddels geef ik al heel wat jaren workshops portretfotografie. En iedere keer zie ik de cursisten weer in dezelfde kuilen vallen. De twintig meest voorkomende valkuilen beschrijf ik hieronder. 

1.            Met stip op 1: er is geen contact met het model. Men is zo druk met de techniek (camera-instellingen, lichtopstelling) dat het model vergeten wordt. Resultaat: een model wat zich zeer ongemakkelijk voelt. Vertel dus wat je aan het doen bent, ga het gesprek aan, geef aanwijzingen en complimenten en laat tussendoor de gemaakte foto's zien.
2.            Het model wordt klakkeloos recht voor de camera neergezet. Dat is niet voor iedereen even flatteus. Probeer het model eens met één schouder naar de camera te laten draaien.
3.            Rechte lijnen maken het portret saai en statisch. Zorg er dus voor dat er diagonale lijnen ontstaan doordat het model de ene schouder hoger heeft dan de andere, door de ene hand hoger in de zij te plaatsen dan de andere, door de camera schuin te houden, etc.



4.            Iedereen is zich bewust van z'n minder sterke kanten en wordt daar onzeker van als er een portretfoto gemaakt moet worden. Het is aan de fotograaf om de sterke kanten te benadrukken en de minder sterke kanten te camoufleren. Hoe? Door bijvoorbeeld iemand met flaporen van de zijkant te fotograferen en het oor in de schaduw te houden.
5.            Vrouwen zijn meestal niet blij met hun rimpels. Houd er rekening mee dat strijklicht rimpels accentueert. Met zacht licht wat recht van voren komt, worden de rimpels nagenoeg onzichtbaar.
6.            Iemand met een rond gezicht van boven af fotograferen zorgt ervoor dat het gezicht smaller lijkt.



7.            Iemand met een wijkende haargrens fotografeer je juist van onderen. Kijk bij een laag standpunt wel uit voor inkijk in de neus, voor het accentueren van brede heupen en de onderkin.
8.            Laat iemand met vetrolletjes niet op een bank zitten maar rechtop op een stoel.
9.            Glimplekken die ontstaan door transpiratie zijn niet mooi. Zorg daarom dat je matterende poeder bij de hand hebt. Ook mannen krijgen natuurlijk glimplekken als ze transpireren. Maar zij vinden het meestal niet zo stoer om met een poederkwast aan de slag te gaan. Voor hen zijn er tissues met matterende poeder te koop.
10.          Een portret is niet alleen voor herkenning, een portret vertelt een verhaal. Denk daar aan bij de keuze van kleding en achtergrond.



11.          Gebruik eventueel accessoires om het verhaal te vertellen.
12.          Een relatief grote lichtbron geeft zachter licht dan een relatief kleine lichtbron. Wil je zacht licht, zet dan een paraplu of softbox voor de lamp of flitser en zet de lichtbron dicht bij het model.
13.          Licht wat van boven komt (lamp, flitser of zonlicht) zorgt voor schaduw onder de wenkbrauwen, en maakt daardoor donkere holtes van de ogen. Waardoor de gezichtsuitdrukking verdwijnt. Niet doen dus!



14.          Het model tegen de zon in laten kijken is geen goed idee. Hij of zij zal dan gaan knijpen met de ogen. Laat het model liever in de schaduw of met de rug naar de zon staan en flits eventueel een klein beetje in.
15.          Voorkom lelijke schaduwen in het gezicht en in de hals. Kijk maar eens in tijdschriften en brochures hoe vaak er bijvoorbeeld een schaduw van een bril het gezicht ontsiert. Dat wil je toch niet? Door je model in de schaduw te zetten of door in de studio de lampen anders te positioneren voorkom je dit. 
16.          Wil je binnen fotograferen zonder flitslicht, dan zal de ISO omhoog moeten. Houd er dan rekening mee dat het dynamisch bereik daardoor omlaag zal gaan, dat schaduwen dus eerder dichtlopen en hoge lichten eerder uitbijten.
17.          Zet het model niet te dicht bij de achtergrond als je gaat flitsen, dat voorkomt slagschaduwen. Hoewel je die schaduw soms ook als extra toevoeging aan je foto kunt gebruiken....

  
18.          Foto's met oogcontact werken vaak het best. Stel dan scherp op het dichtstbijzijnde oog en zorg voor een lichtje in het oog. Let op: bij commerciële fotografie gelden andere regels voor wat betreft de kijkrichting van het model!
19.          In principe wil je zowel de neus als de ogen scherp hebben (tenzij je om creatieve redenen een andere keuze maakt). Meestal kom je dan uit een op diafragma van tussen de 5,6 en 8.
20.          Als iemand een gespannen mond heeft, vraag hem of haar dan om wat lucht tussen de lippen door te blazen.

En als toegift: maak het eens wat spannender door niet het hele gezicht op de foto te zetten!