Inmiddels geef ik al heel wat jaren workshops
portretfotografie. En iedere keer zie ik de cursisten weer in dezelfde kuilen
vallen. De twintig meest voorkomende valkuilen beschrijf ik hieronder.
1. Met stip
op 1: er is geen contact met het model. Men is zo druk met de techniek
(camera-instellingen, lichtopstelling) dat het model vergeten wordt. Resultaat:
een model wat zich zeer ongemakkelijk voelt. Vertel dus wat je aan het doen
bent, ga het gesprek aan, geef aanwijzingen en complimenten en laat tussendoor
de gemaakte foto's zien.
2. Het model
wordt klakkeloos recht voor de camera neergezet. Dat is niet voor iedereen even
flatteus. Probeer het model eens met één schouder naar de camera te laten
draaien.
3. Rechte
lijnen maken het portret saai en statisch. Zorg er dus voor dat er diagonale
lijnen ontstaan doordat het model de ene schouder hoger heeft dan de andere,
door de ene hand hoger in de zij te plaatsen dan de andere, door de camera
schuin te houden, etc.
4. Iedereen
is zich bewust van z'n minder sterke kanten en wordt daar onzeker van als er
een portretfoto gemaakt moet worden. Het is aan de fotograaf om de sterke
kanten te benadrukken en de minder sterke kanten te camoufleren. Hoe? Door
bijvoorbeeld iemand met flaporen van de zijkant te fotograferen en het oor in
de schaduw te houden.
5. Vrouwen
zijn meestal niet blij met hun rimpels. Houd er rekening mee dat strijklicht
rimpels accentueert. Met zacht licht wat recht van voren komt, worden de
rimpels nagenoeg onzichtbaar.
6. Iemand
met een rond gezicht van boven af fotograferen zorgt ervoor dat het gezicht
smaller lijkt.
7. Iemand
met een wijkende haargrens fotografeer je juist van onderen. Kijk bij een laag
standpunt wel uit voor inkijk in de neus, voor het accentueren van brede heupen
en de onderkin.
8. Laat
iemand met vetrolletjes niet op een bank zitten maar rechtop op een stoel.
9. Glimplekken
die ontstaan door transpiratie zijn niet mooi. Zorg daarom dat je matterende
poeder bij de hand hebt. Ook mannen krijgen natuurlijk glimplekken als ze
transpireren. Maar zij vinden het meestal niet zo stoer om met een poederkwast
aan de slag te gaan. Voor hen zijn er tissues met matterende poeder te koop.
10. Een
portret is niet alleen voor herkenning, een portret vertelt een verhaal. Denk
daar aan bij de keuze van kleding en achtergrond.
11. Gebruik
eventueel accessoires om het verhaal te vertellen.
12. Een
relatief grote lichtbron geeft zachter licht dan een relatief kleine lichtbron.
Wil je zacht licht, zet dan een paraplu of softbox voor de lamp of flitser en
zet de lichtbron dicht bij het model.
13. Licht wat
van boven komt (lamp, flitser of zonlicht) zorgt voor schaduw onder de
wenkbrauwen, en maakt daardoor donkere holtes van de ogen. Waardoor de
gezichtsuitdrukking verdwijnt. Niet doen dus!
14. Het model
tegen de zon in laten kijken is geen goed idee. Hij of zij zal dan gaan knijpen
met de ogen. Laat het model liever in de schaduw of met de rug naar de zon
staan en flits eventueel een klein beetje in.
15. Voorkom
lelijke schaduwen in het gezicht en in de hals. Kijk maar eens in tijdschriften
en brochures hoe vaak er bijvoorbeeld een schaduw van een bril het gezicht
ontsiert. Dat wil je toch niet? Door je model in de schaduw te zetten of door
in de studio de lampen anders te positioneren voorkom je dit.
16. Wil je
binnen fotograferen zonder flitslicht, dan zal de ISO omhoog moeten. Houd er
dan rekening mee dat het dynamisch bereik daardoor omlaag zal gaan, dat
schaduwen dus eerder dichtlopen en hoge lichten eerder uitbijten.
17. Zet het
model niet te dicht bij de achtergrond als je gaat flitsen, dat voorkomt
slagschaduwen. Hoewel je die schaduw soms ook als extra toevoeging aan je foto
kunt gebruiken....
18. Foto's met
oogcontact werken vaak het best. Stel dan scherp op het dichtstbijzijnde oog en
zorg voor een lichtje in het oog. Let op: bij commerciële fotografie gelden
andere regels voor wat betreft de kijkrichting van het model!
19. In
principe wil je zowel de neus als de ogen scherp hebben (tenzij je om creatieve
redenen een andere keuze maakt). Meestal kom je dan uit een op diafragma van
tussen de 5,6 en 8.
20. Als iemand
een gespannen mond heeft, vraag hem of haar dan om wat lucht tussen de lippen
door te blazen.
En als toegift: maak het eens wat spannender door niet het
hele gezicht op de foto te zetten!
Goede blog met een hoop informatie waar ik echt wat aan heb.
BeantwoordenVerwijderenPraktisch toepasbare tips waar zowel de beginnende als de ervaren fotograaf van kan leren!
BeantwoordenVerwijderen